Osteoporose betekent letterlijk: poreus bot. De botten zijn brozer en de kans op een botbreuk daarmee groter. Het is een chronische aandoening die veel voorkomt. Wereldwijd krijgt ongeveer één op de drie vrouwen en één op de acht mannen osteoporose. De diagnose kan alleen gesteld worden met een meting van de botdichtheid.
Factoren die de kans op osteoporose vergroten:
- Leeftijd ≥ 50 jaar
- Ondergewicht (BMI < 20 kg/m2of gewicht < 60 kg)
- Eén ouder met een heupfractuur (erfelijk bepaalde risicofactor)
- Ziekten die de botdichtheid verminderen
- Weinig lichaamsbeweging
- Roken
- Alcohol (>2 glazen/dag)
Iemand met osteoporose die valt heeft een hoger risico op botbreuken dan iemand zonder. Een verhoogd valrisico bij osteoporose brengt dus ook een verhoogd risico op botbreuken mee.
Fysiotherapie bij osteoporose
De fysiotherapeut helpt beter te bewegen en de val kans te verkleinen. De fysiotherapie behandeling bestaat meestal uit:
– Informeren/adviseren over bewegen
– Informeren/adviseren over valrisico
– Oefentherapie om de spierkracht te verbeteren
– Oefentherapie om de balans te verbeteren
Maar ook na een val kan de fysiotherapeut helpen:
– Revalidatie bij het herstel na een botbreuk
Heeft u vragen over fysiotherapie bij osteoporose, neem contact op met Ron. Hij is hierin gespecialiseerd.